Veel jonge mensen hebben als droom een artistiek beroep, hetzij acteur, komiek, danser, schilder,… Maar heel vaak kiezen ze ervoor dat toch niet te gaan studeren. In de plaats maken ze een ‘serieuze’, ‘veilige’ keuze voor een ‘echt’ beroep. Aan artistieke diploma’s en carrières hangt immers nog steeds het stigma van de straatarme, rafelige artiest die bij vrienden op sofa’s slaapt en slechts hier en daar minimaal betaalde jobs oppikt. Het artistieke bestaan zou geen werkzekerheid bieden, en een artistiek diploma zou waardeloos zijn op de arbeidsmarkt.
Dat romantische beeld klopt natuurlijk niet. Het is perfect mogelijk een artistieke carrière uit te bouwen, alleen is het vaak een kwestie van tijd, geluk en connecties. Het is waar dat niet iedere jonge theaterstudent een steracteur zal worden. Maar zeker vandaag de dag is het helemaal niet ongewoon om carrières te combineren, bijvoorbeeld professioneel acteur wanneer je een rol krijgt, en daarnaast leerkracht, barman of telefonist. Daarnaast kun je je ook bijscholen om in een andere richting te gaan, bijvoorbeeld consultancy. De arbeidsmarkt is hard, maar toch flexibeler dan velen denken.
Bovendien is het toch vreemd dat artistieke beroepen zo sterk worden afgeraden, terwijl artiesten net vaak heel erg bewonderd worden in het dagelijks leven. Er zijn wel degelijk heel wat acteurs die hun brood verdienen met acteerwerk. De competitie is misschien groot, maar is dat een reden om het niet te proberen of het je kind af te raden? Veel heeft te maken met de mythe dat artistieke carrières puur berusten op talent. Als je kind nog geen fantastisch acteur is, denk je dus dat hij dat ook niet kan worden. Dat is onzin: acteren is een vaardigheid, die je wel degelijk kunt aanleren.