De structuur van het voortgezet onderwijs in Nederland

Voor wie niet in Nederland is opgegroeid, kan de structuur van het voortgezet onderwijs verwarrend en ingewikkeld lijken. We proberen je daarom een duidelijk overzicht te geven.

Algemeen Voortgezet Onderwijs

Het Algemeen Voortgezet Onderwijs bestaat uit twee mogelijke richtingen: het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs of vwo, en het Hoger

Algemeen Voortgezet Onderwijs of havo. De vwo-opleidingen duren zes jaar, de havo-opleidingen vijf. In beide gevallen bestaat de opleiding uit een onderbouw – de eerste drie jaar – waarin een breed vakkenpakket wordt aangeboden, en een bovenbouw – de laatste twee/drie jaar – die opgedeeld is in vier profielen: cultuur en maatschappij, economie en maatschappij, natuur en gezondheid, of natuur en techniek. De leerling kiest één van deze vier profielen, naargelang hun voorkeur en beroepsoriëntatie. De profielen sluiten elk ideaal aan op bepaalde hogere studierichtingen, en toelating tot het hoger onderwijs is ook afhankelijk van het vervullen van de voorwaarden in het gekozen profiel.

Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)

Het vbo duurt vier jaar: twee jaar onderbouw met bredere vakken, en twee jaar specialisatie, waarbij leerlingen een leerweg en een sector kiezen. De vier mogelijke sectoren zijn techniek, zorg en welzijn, economie, en landbouw. Binnen iedere sector zijn er vier mogelijke leerwegen beschikbaar: de basisberoepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg, en de theoretische leerweg. Enkel vanuit die laatste kan de leerling overgaan naar het havo. Vanuit de andere leerwegen kan de leerling het onderwijs verderzetten in het mbo.

Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)

Het mbo volgt op de opleidingen van het vbo, en bereidt leerlingen echt voor op een beroep. De duur van de opleiding is afhankelijk van het gekozen beroep. Er zijn twee mogelijke leerwegen. In de beroepsopleidende leerweg (BOL) brengt de leerling tussen 20% en 60% van de opleiding doort in de beroepspraktijk. Via de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) brengt de leerling op zijn minst 60% van de opleiding door in de beroepspraktijk.

Als je dat alles verwarrend vindt, ben je niet de enige. De namen van verschillende richtingen lijken op elkaar, en de inhoud van iedere richting is niet meteen duidelijk. Gelukkig krijgt iedereen advies van leerkrachten en ouders, en krijg je ook een beroepsoriëntatie tijdens je schooltijd. Je moet ook niet meteen weten wat je wil.

Schematisch ziet dit alles er zo uit:

1) Algemeen Voortgezet Onderwijs

A) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (vwo):

  • duurt 6 jaar
  • drie jaar onderbouw, drie jaar specialisatie

B) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (havo):

  • duurt 5 jaar
  • drie jaar onderbouw, twee jaar specialisatie

2) Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)

  • duurt 4 jaar
  • twee jaar onderbouw, twee jaar leerweg en sector naar keuze
  • sectoren: techniek, zorg en welzijn, economie, landbouw
  • leerwegen: basisberoepsgericht, kaderberoepsgericht, gemengd, theoretisch

3) Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)

  • volgt op vbo
  • duur varieert
  • twee leerwegen: beroepsopleidende leerweg (BOL), beroepsbegeleidende leerweg (BBL)